Bloedgeld
Ik heb je wekelijks bezocht.
Of nog erger dat je naakt in mijn armen lag en dat ik dan vocht.
Want jij was veilig.
Jij zat in de cocon van mijn eigenheid.
Mijn bereikbaarheid.
Ik schreeuw iets zachter zodat het lijkt dat ik pleit.
Want je past niet.
Je was niet.
Ik ben ergens tussen het bestek en de vuile vaat verloren geraakt in de woorden die je tegen me zei toen ik huilend met m'n hoofd op je schoot lag.
Want dat doe ik niet meer.
Ik heb geen liefde die ik op kan tillen nochtans van binnen wil verzinnen.
Ik ben lek.
En in elk gesprek.
Elke zin en overtuiging merk ik.
Dat jij
mij
niet hoort.
Je zegt dat ik me niet zo moet aanpassen terwijl jij me goede feedback geeft en ik de problemen in mijn gedrag maar al te graag wil veranderen.
Want ik wil beter zijn, Ik wil mijzelf beminnen en vanuit die kracht vooruit stappen en die chaos maakte jou bitter.
Want ik ben vrij.
En jij pakt vast.
Jij kadert alles wat binnen je grip valt.
Want de woorden die we toezagen zijn gestorven op de koffietafel.
Die tafel ben ik kwijt.
Net zoals de banken.
En de afhankelijkheid van jouw gedachten.
Want je wijst dit af.
Je wijst mij in alles af.
En daarom ben ik je zat.
Reacties
Een reactie posten