Vloedwerk

Ik dweil.
Een uur tegen de stroom in.
Een uur voor je keerkring.
Ik kan niet surfen.
Ik kan niet surfen.
Ik drijf.
Want soms is het storm.
En soms is het m'n lijf.
Soms is het m'n hoofd.
Soms is het dat ik blijf.

Ik heb dromen.
Grote dromen.
Hoge wolken.
Nergens komen.

Voel me klein.
Voel me kwetsbaar.
Voel me opgejaagd.
Voel me onherkenbaar.
Voor mijzelf.