Bibbers

Ik leef in bibbers
Heb ze langzaam lief
Rillend,
vergeten doen we niet
Blikken voor vrouwen
Want die zijn mooi
Om van te houden
Dus waag eens iets
Giftig hoe je jezelf van gedachtes verandert.
Anders hoeft het niet.

Ik ril al bij de gedachte
Ik ril voor onzekerheid en sterven in een glas
En een bodem die dus nalatig en verankerend is

We slikken glas
Niet als poeder
Maar als scherven net iets kleiner dan de palm van je hand.
Welkom in de laatste ril.
Dit is kil
glad en sijpelend
dit is de roet langs je wangen
En het rood over je shirt.