Uitstrijksel
Ik schim, weet niet begin.
Vaar me weg.
Sleep me door je duinen heen.
Want ik zeg
En ik doe
Maar ik ben kapot.
Gebroken.
Ik weet niet alles meteen.
Ik ben nu ook jou.
En net zo jij mijn.
Ik flard. Mijn huid in rafels,
stralen ochtendzon erdoorheen.
Mijn handen stellen kort en neder.
Ik sirene
Ik jank.
Ik bijt tranen voor mijn rustmoment.
Het gloeit, het schroeiende kruipt en doet me huiver.
Je niet hier zijn zet me scheef.
De dagen zijn scheef
Ik heb tijd niet op deze manier mezelf uitgeleefd.
Ik mis bitter teren,
Ik mis niks meer voelen en leeg verkeren.
Ik mis niets kennen.
Ik mis niets, alles.
Ik mis alles.
Vaar me weg.
Sleep me door je duinen heen.
Want ik zeg
En ik doe
Maar ik ben kapot.
Gebroken.
Ik weet niet alles meteen.
Ik ben nu ook jou.
En net zo jij mijn.
Ik flard. Mijn huid in rafels,
stralen ochtendzon erdoorheen.
Mijn handen stellen kort en neder.
Ik sirene
Ik jank.
Ik bijt tranen voor mijn rustmoment.
Het gloeit, het schroeiende kruipt en doet me huiver.
Je niet hier zijn zet me scheef.
De dagen zijn scheef
Ik heb tijd niet op deze manier mezelf uitgeleefd.
Ik mis bitter teren,
Ik mis niks meer voelen en leeg verkeren.
Ik mis niets kennen.
Ik mis niets, alles.
Ik mis alles.
Reacties
Een reactie posten