Langsloop

Ergens in de nacht heb ik jou gevonden
in doeken gewonden en je thuis gebracht.

Ergens in de nacht heb ik een raam gebroken
geld en spullen bekeken en verveeld voorbij gelopen

Diep in mijn nacht is alles als rook betoverd
Sluimert de portier en ben ik je zat.

Diep in mijn nacht strelen je klamme vingers over mijn rug
Bekijk ik je kaaklijn stel ik mezelf te veel vragen en zucht

Dwars door je prachtige benen heen zijn splinters verdriet te zien
Niemand verveelt zich met mij, behalve mezelf misschien

Dwars door je lieve ogen biggelt de wanhoop over de woorden die je hoort
Geluidloos breng je zinnen voort die ik al eerder had beschreven.

Zonder het donker parelt er angst onder je hals
trek ik strepen met mijn nagels tussen alles wat van je gezicht valt.

Zonder het donker ben je naakt en wil ik naar je kijken
Je slikken en zachtjes huilen om de striemen op je benen

Tijdens de zon staat het aanrecht vol afwas
vertel je mij over al je dromen

Tijdens de zon maak ik alles wat af was
En vertel je mij over al je dromen