He hallo
Daar ben ik weer.
Heb je gezien wat er is gebeurd?
Dat de zon naar boven kwam, dat de maan verdween.
Dat er regen op het dak klaterde en dat we genoten van een boterham?
Was je er, toen ik boodschappen ging doen.
Dat ik niet meer wist wat er nodig was.
Dat ik vergat waar ik mijn voeten neer mocht zetten.
En de wereld die wegviel.
Ben ik er weer, heb ik mezelf daar laten liggen?
Of lag ik daar toch al.
Heb ik de grond al mijn hele tijd bemind?
Is het grind mij dierbaar?
Ben ik geliefd door de aarde.
Was ik hier altijd al.
Dat ik mijn adem daar voel schrapen.
De pijn in mn knieƫn, de dood in m'n longen.
Gewoon zachtjes wegkwijnen, lief verdrinken, verdrongen omgespoeld en afgedroogd.
Ik ben de kwijnende vlam
De nagel die dat randje heeft dat je vergeten bent weg te vijlen
De jeuk die niet verdwijnt als je er in snijdt
Ik ben de slang onder je huid, de pijn zonder plek.
Ik ben de hoop die je bent vergeten, de nijd die je weigert te vergelijken.
Verdiep en verziek, maak me boos. Vergeet me.
We hebben hier altijd gestaan, je bent altijd aan stuur geweest, ik heb je altijd laten kiezen.
En nu zijn we gevallen, laat me je wijzen op de dingen die je los zou kunnen laten, de dingen die je duwen, samenpersen en verstikken.
Ik ben jou net zo veel als dat jij je schaduw bent.
Heb je gezien wat er is gebeurd?
Dat de zon naar boven kwam, dat de maan verdween.
Dat er regen op het dak klaterde en dat we genoten van een boterham?
Was je er, toen ik boodschappen ging doen.
Dat ik niet meer wist wat er nodig was.
Dat ik vergat waar ik mijn voeten neer mocht zetten.
En de wereld die wegviel.
Ben ik er weer, heb ik mezelf daar laten liggen?
Of lag ik daar toch al.
Heb ik de grond al mijn hele tijd bemind?
Is het grind mij dierbaar?
Ben ik geliefd door de aarde.
Was ik hier altijd al.
Dat ik mijn adem daar voel schrapen.
De pijn in mn knieƫn, de dood in m'n longen.
Gewoon zachtjes wegkwijnen, lief verdrinken, verdrongen omgespoeld en afgedroogd.
Ik ben de kwijnende vlam
De nagel die dat randje heeft dat je vergeten bent weg te vijlen
De jeuk die niet verdwijnt als je er in snijdt
Ik ben de slang onder je huid, de pijn zonder plek.
Ik ben de hoop die je bent vergeten, de nijd die je weigert te vergelijken.
Verdiep en verziek, maak me boos. Vergeet me.
We hebben hier altijd gestaan, je bent altijd aan stuur geweest, ik heb je altijd laten kiezen.
En nu zijn we gevallen, laat me je wijzen op de dingen die je los zou kunnen laten, de dingen die je duwen, samenpersen en verstikken.
Ik ben jou net zo veel als dat jij je schaduw bent.
Reacties
Een reactie posten