De Beer en de Vos

De Beer was groot, hij deed dingen graag alleen als ze nodig waren.
De Vos was lenig, kon zich de hele dag druk maken met elk dier wat ze tegenkwam.

De Beer probeerde zich niet druk te maken om dingen, want alle andere dieren deinsden voor hem weg.
Als hij zich zorgen maakte over een andere bosbewoner, dan ging hij goed nadenken over wat misschien kon helpen.
En dan kwam hij veel te vroeg naar het Konijn toe, probeerde zijn oplossing uit te leggen.
Vervolgens is het probleem misschien opgelost, maar Konijn is verbaasd.
Beer heeft in zijn winterslapen genoeg nagedacht over de alledaagse problemen van de dieren.
En wil zijn oplossingen graag vertellen om te helpen.

De Vos deed haar eigen ding, genoot van het bezig kunnen zijn en het tevreden leven in het bos.
Met genoeg begrip en charme kon ze prima doen en laten wat ze wou.
Vos begaf zich onder de groepen waar de dingen goed gingen.
Had een voorkeur voor orde en nam dat het liefst met haar mee.


Vos begreep Beer, en Beer kon dat waarderen.
Het snappen dat Beer een meerwaarde had te bieden aan nadenkwerk.
Dat Beer graag prioriteiten stelde en niet graag dingen deed die hij niet leuk vond.

Beer begreep ook Vos, Vos vond dat mooi.
Dat het goed is voor alle dieren als iedereen elkaar kan helpen.
Dat Vos er echt van genoot om in een constante bezigheid te zijn.


Beer leerde Vos na te denken over haar eigen ideeën, over hoe ze zichzelf serieus kon nemen.
Dat ze meer was dan alleen de dingen die ze deed, dat je een ander volledig kan willen begrijpen.

Vos leerde Beer over hoe goed Beer voor de dieren wou zorgen, over hoe hij belangrijk was.
Dat hij levens op z'n kop kon zetten en heel voorzichtig mocht omgaan met de wijsheid die hij uitdeeld

Reacties

Populaire posts