Judas en vrouwen

Ik kan ze in mijn broekzak opvouwen.
Ieder een voor zich, ik ben niet te vertrouwen.
Geef ik licht, dat de nacht zich in mij kan ontpoppen.
Geef ik licht? Dat de ander zich bijna tegen de lamp aan stoot.

Het is grootheidswaanzin.
Het is wensen dat morgen nog eventjes niet meer komt.
Het is zacht vol en in tweevoud.
Het is fluweel geld en gebrek aan inhoud
Het is het dansen om overmorgen te kunnen vergeten.

Ik kan ze in mijn broekzak opvouwen.
Daar maak ik me geen zorgen over.
Ben ik het donker, ben je bang voor mij?
Ben ik het donker, glij je weg in mij?

Ik ben de zachte vinger over je handpalm.
Ik ben de kleine strepen langs je heupen.
Ik ben het spoor van kwijl over je wangen.
Ik ben de tranen tussen je ademstoten door.
Ik ben het opgeven als je los laat.

De dans bespringt mij.
Het wiegen houdt me vast.
Twee zielen aan elkaar geplakt.
En dan scheurt het.

Dan scheurt alles vanzelf.
Van boven naar beneden.
Van hemel tot hel.
Van nu tot nooit.
Van vroeger tot ooit.
Ik heb je dagen geteld.
Je bent nog lang niet jarig.

Dan scheurt alles vanzelf
Van links naar rechts
Van oost naar west
Van gisteren tot vanmiddag
Vandaag tot je zin zakt.
Ik heb je dagen geteld
Ik heb ze met liefde op de muur gespeld

Reacties

Populaire posts